Het formaat is wel degelijk van belang: waarom de educatieve sector het schermformaat serieus moet nemen

By Hans Dummer

Visuele communicatietechnologieën, zoals projectoren en flat panel displays, zorgen voor een revolutie in de manier waarop onderwijs op scholen en universiteiten wordt gegeven, vanwege de manier waarop de leerlingen en studenten van vandaag kennis opnemen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie wordt 80% van het onderwijsmateriaal op een visuele manier onthouden en 90% via interactieve lessen, vergeleken met de slechts 25% die wordt onthouden via lessen waarbij de docent alleen een voordracht houdt. Naarmate de traditionele manier van onderwijs geven minder belangrijk wordt en er steeds meer sprake is van digitalisering (er wordt meer tijd binnen en achter het scherm doorgebracht), is dit van steeds grotere invloed op het gezichtsvermogen. Er is een aanzienlijke stijging waargenomen in het aantal gevallen van myopie (bijziendheid) onder de helft van jonge volwassenen in Europa, en dat is tweemaal zoveel als 50 jaar geleden.

Maar ondanks de bewezen koppeling tussen de twee, negeren scholen nog steeds een belangrijk aspect van het correcte gebruik van schermen.

Er bestaan twee opties voor wat betreft onderwijs via schermen op scholen: flat panel displays en projectoren. Hoewel steeds meer scholen beginnen met het implementeren van flat panel displays vanwege de indruk die op de markt bestaat dat ze grotere voordelen bieden, blijkt uit onderzoek dat 58% van leerlingen en studenten een flat panel display van 70 inch niet goed kan lezen. Daarom zouden besluitvormers in het onderwijs veel vaker projectoren moeten overwegen. Projectoren vormen een veel verantwoordere en flexibele keuze. Maar ondanks dat de markt voor interactieve projectoren naar verwachting met een CAGR (gecumuleerde jaarlijkse groei) van 27% zal groeien in de periode 2016-2020, is er nog steeds geen wetgeving voor Europa als geheel aangenomen. In plaats daarvan maakt de onderwijssector gebruik van breed geaccepteerde richtlijnen over de manier waarop deze technologie correct in de klas moet worden gebruikt.

De projectoren van nu zijn uitermate geavanceerd en presteren niet alleen met een ongelooflijke kwaliteit en kleurhelderheid, maar bieden ook connectiviteit die interactie via eigen apparaten (BYOD) mogelijk maakt, evenals interactieve detectie- en touchtechnologieën en projectie op grotere schaal zonder enige vervorming. Bovendien zijn ze veel draagbaarder en nemen ze veel minder ruimte in beslag wanneer ze niet worden gebruikt, en kan het scherm worden verborgen. Ondanks deze voordelen kleven er toch nog risico's aan het gebruik van een van de twee technologieën, wanneer de normen voor de klasgrootte, het aantal personen in de klas en het schermformaat niet juist worden geïmplementeerd. Het is van cruciaal belang dat besluitvormers een goed doordachte strategie implementeren bij het evalueren van de behoeften in het klaslokaal, en een technologie aanschaffen die geschikt is.

Epson weet als marktleider voor projectoren in de afgelopen 13 jaar en onze nauwe samenwerking met een groot aantal scholen en trainingsinstellingen, hoe belangrijk het zicht op geprojecteerde informatie en beelden van de voor- tot de achterkant van de klas kan zijn voor het resultaat dat met het onderwijs wordt behaald. Als onderdeel van onze CSR-inzet, verlegt Epson voortdurend de grenzen om te zorgen dat onze producten écht voldoen aan de behoeften van de gebruiker. Wij onderkennen de behoefte aan heldere richtlijnen en werken samen met partners om te zorgen voor het juiste schermformaat voor de content, zodat deze niet te klein is, hoogwaardig en duidelijk zichtbaar is en rekening houdt met de kijkafstand vanaf het scherm, zodat iedereen over gelijke mogelijkheden beschikt om betrokken te raken bij informatie en deze te delen. De onderwijsmethoden van vandaag bestaan al lang niet meer uit één persoon die iets aan een groep leerlingen presenteert. In plaats daarvan geven leerlingen en studenten ook presentaties aan hun medeleerlingen en -studenten en gebruiken ze de schermen om onderling als groepen samen te werken. Daarom is voor klaslokalen een planningsproces vereist dat de correcte integratie van technologie mogelijk maakt.

Ondanks dat er geen brede wetgeving is aangenomen, bestaan er momenteel verschillende aanbevolen richtlijnen die moeten worden gevolgd voor het garanderen van een minimale impact op zowel het leervermogen als het gezichtsvermogen van leerlingen en studenten.

De University of Wales heeft richtlijnen samengesteld in een rapport met de titel Audio Visual and Teaching Space Guidelines. Volgens dit rapport mag de onderkant van het scherm niet lager zijn dan 1,2 m vanaf de vloer. De minimale afstand tussen de eerste rij en het scherm is twee keer de schermhoogte. De minimale schermbreedte moet hetzelfde zijn als de afstand tussen de dichtstbijzijnde toekijker en het scherm. Als de maximale horizontale en verticale kijkhoek gelden respectievelijk 45 graden en 30 graden.

Er zijn ook richtlijnen geïmplementeerd die nog een stap verder gaan voor het type informatie dat wordt bekeken in een klassikale setting. De algemeen aanvaarde 4-6-8 regel is gebaseerd op de aanbevelingen van onderzoeksinstellingen en regelgevende instanties en stelt dat de deelnemer die het verst van het scherm af is in de ruimte, op 4-6-8 keer de verticale hoogte van het scherm moet zitten, afhankelijk van de taak die wordt uitgevoerd. Bij 'Passief kijken' (bijvoorbeeld video kijken) kan de deelnemer het verst weg zitten. Dit wordt gevolgd door 'gedetailleerd kijken' (bijvoorbeeld het lezen van presentaties) en 'inspecterend kijken' (bijvoorbeeld kleine tekst en spreadsheetinhoud), waarbij de deelnemer die het verst weg zit, niet meer dan vier keer de verticale hoogte van het scherm mag zijn verwijderd.

Volgens het Smart Cube-rapport spelen vele factoren een rol bij het bepalen van de schermgrootte, waaronder de plafondhoogte, de breedte en lengte van de ruimte, het aantal mensen in de ruimte en het beschikbare budget. Dit is duidelijk van invloed op de aankoopopties voor wat betreft flat panel displays en projectorschermen. En hoewel er geen universeel erkende norm bestaat voor het schermformaat - slechts richtlijnen -, bestaat over het volgende geen onenigheid: hoe groter het scherm is, hoe meer informatie wordt onthouden en begrepen door het publiek in de klas. De educatieve sector zou dan ook vaker projectoren moeten verkiezen boven flat panel displays, zodat de leermogelijkheden kunnen worden geoptimaliseerd en de invloed op gezondheid het kleinst is. 

Waar het op projectorschermen aankomt, is het overduidelijk dat groter echt beter is.

Visuele communicatietechnologieën, zoals projectoren en flat panel displays, zorgen voor een revolutie in de manier waarop onderwijs op scholen en universiteiten wordt gegeven, vanwege de manier waarop de leerlingen en studenten van vandaag kennis opnemen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie wordt 80% van het onderwijsmateriaal op een visuele manier onthouden en 90% via interactieve lessen, vergeleken met de slechts 25% die wordt onthouden via lessen waarbij de docent alleen een voordracht houdt. Naarmate de traditionele manier van onderwijs geven minder belangrijk wordt en er steeds meer sprake is van digitalisering (er wordt meer tijd binnen en achter het scherm doorgebracht), is dit van steeds grotere invloed op het gezichtsvermogen. Er is een aanzienlijke stijging waargenomen in het aantal gevallen van myopie (bijziendheid) onder de helft van jonge volwassenen in Europa, en dat is tweemaal zoveel als 50 jaar geleden.

Maar ondanks de bewezen koppeling tussen de twee, negeren scholen nog steeds een belangrijk aspect van het correcte gebruik van schermen.

Er bestaan twee opties voor wat betreft onderwijs via schermen op scholen: flat panel displays en projectoren. Hoewel steeds meer scholen beginnen met het implementeren van flat panel displays vanwege de indruk die op de markt bestaat dat ze grotere voordelen bieden, blijkt uit onderzoek dat 58% van leerlingen en studenten een flat panel display van 70 inch niet goed kan lezen. Daarom zouden besluitvormers in het onderwijs veel vaker projectoren moeten overwegen. Projectoren vormen een veel verantwoordere en flexibele keuze. Maar ondanks dat de markt voor interactieve projectoren naar verwachting met een CAGR (gecumuleerde jaarlijkse groei) van 27% zal groeien in de periode 2016-2020, is er nog steeds geen wetgeving voor Europa als geheel aangenomen. In plaats daarvan maakt de onderwijssector gebruik van breed geaccepteerde richtlijnen over de manier waarop deze technologie correct in de klas moet worden gebruikt.

De projectoren van nu zijn uitermate geavanceerd en presteren niet alleen met een ongelooflijke kwaliteit en kleurhelderheid, maar bieden ook connectiviteit die interactie via eigen apparaten (BYOD) mogelijk maakt, evenals interactieve detectie- en touchtechnologieën en projectie op grotere schaal zonder enige vervorming. Bovendien zijn ze veel draagbaarder en nemen ze veel minder ruimte in beslag wanneer ze niet worden gebruikt, en kan het scherm worden verborgen. Ondanks deze voordelen kleven er toch nog risico's aan het gebruik van een van de twee technologieën, wanneer de normen voor de klasgrootte, het aantal personen in de klas en het schermformaat niet juist worden geïmplementeerd. Het is van cruciaal belang dat besluitvormers een goed doordachte strategie implementeren bij het evalueren van de behoeften in het klaslokaal, en een technologie aanschaffen die geschikt is.

Epson weet als marktleider voor projectoren in de afgelopen 13 jaar en onze nauwe samenwerking met een groot aantal scholen en trainingsinstellingen, hoe belangrijk het zicht op geprojecteerde informatie en beelden van de voor- tot de achterkant van de klas kan zijn voor het resultaat dat met het onderwijs wordt behaald. Als onderdeel van onze CSR-inzet, verlegt Epson voortdurend de grenzen om te zorgen dat onze producten écht voldoen aan de behoeften van de gebruiker. Wij onderkennen de behoefte aan heldere richtlijnen en werken samen met partners om te zorgen voor het juiste schermformaat voor de content, zodat deze niet te klein is, hoogwaardig en duidelijk zichtbaar is en rekening houdt met de kijkafstand vanaf het scherm, zodat iedereen over gelijke mogelijkheden beschikt om betrokken te raken bij informatie en deze te delen. De onderwijsmethoden van vandaag bestaan al lang niet meer uit één persoon die iets aan een groep leerlingen presenteert. In plaats daarvan geven leerlingen en studenten ook presentaties aan hun medeleerlingen en -studenten en gebruiken ze de schermen om onderling als groepen samen te werken. Daarom is voor klaslokalen een planningsproces vereist dat de correcte integratie van technologie mogelijk maakt.

Ondanks dat er geen brede wetgeving is aangenomen, bestaan er momenteel verschillende aanbevolen richtlijnen die moeten worden gevolgd voor het garanderen van een minimale impact op zowel het leervermogen als het gezichtsvermogen van leerlingen en studenten.

De University of Wales heeft richtlijnen samengesteld in een rapport met de titel Audio Visual and Teaching Space Guidelines. Volgens dit rapport mag de onderkant van het scherm niet lager zijn dan 1,2 m vanaf de vloer. De minimale afstand tussen de eerste rij en het scherm is twee keer de schermhoogte. De minimale schermbreedte moet hetzelfde zijn als de afstand tussen de dichtstbijzijnde toekijker en het scherm. Als de maximale horizontale en verticale kijkhoek gelden respectievelijk 45 graden en 30 graden.

Er zijn ook richtlijnen geïmplementeerd die nog een stap verder gaan voor het type informatie dat wordt bekeken in een klassikale setting. De algemeen aanvaarde 4-6-8 regel is gebaseerd op de aanbevelingen van onderzoeksinstellingen en regelgevende instanties en stelt dat de deelnemer die het verst van het scherm af is in de ruimte, op 4-6-8 keer de verticale hoogte van het scherm moet zitten, afhankelijk van de taak die wordt uitgevoerd. Bij 'Passief kijken' (bijvoorbeeld video kijken) kan de deelnemer het verst weg zitten. Dit wordt gevolgd door 'gedetailleerd kijken' (bijvoorbeeld het lezen van presentaties) en 'inspecterend kijken' (bijvoorbeeld kleine tekst en spreadsheetinhoud), waarbij de deelnemer die het verst weg zit, niet meer dan vier keer de verticale hoogte van het scherm mag zijn verwijderd.

Volgens het Smart Cube-rapport spelen vele factoren een rol bij het bepalen van de schermgrootte, waaronder de plafondhoogte, de breedte en lengte van de ruimte, het aantal mensen in de ruimte en het beschikbare budget. Dit is duidelijk van invloed op de aankoopopties voor wat betreft flat panel displays en projectorschermen. En hoewel er geen universeel erkende norm bestaat voor het schermformaat - slechts richtlijnen -, bestaat over het volgende geen onenigheid: hoe groter het scherm is, hoe meer informatie wordt onthouden en begrepen door het publiek in de klas. De educatieve sector zou dan ook vaker projectoren moeten verkiezen boven flat panel displays, zodat de leermogelijkheden kunnen worden geoptimaliseerd en de invloed op gezondheid het kleinst is. 

Waar het op projectorschermen aankomt, is het overduidelijk dat groter echt beter is.

Ga voor meer informatie naar: www.epson.nl/educatie of www.epson.be/educatie

Ga voor meer informatie naar: www.epson.nl/educatie of www.epson.be/educatie

1  Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

2 Nature.com 2015

3Epson whitepaper

4 TechNavio, 2016

5The Smart Cube, Epson Digital Displays: Display Size Relative to Distance,12 augustus 2016

1  Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

2 Nature.com 2015

3Epson whitepaper

4 TechNavio, 2016

5The Smart Cube, Epson Digital Displays: Display Size Relative to Distance,12 augustus 2016

Over Epson

Epson is wereldwijd toonaangevend op het gebied van technologie en zet zich in om mensen, dingen en informatie te verbinden met behulp van oorspronkelijke, doelmatige en compacte precisietechnologie. Het productaanbod van ons bedrijf loopt uiteen van inkjetprinters en digitale printsystemen tot 3LCD-projectoren, uurwerken en industriële robots, en wij streven naar het bevorderen van innovaties en het overtreffen van de verwachtingen van onze klanten op het gebied van inkjet, visuele communicatie, wearables en robotica

De Epson-groep, geleid door de in Japan gevestigde Seiko Epson Corporation, telt wereldwijd meer dan 81.000 werknemers in 85 bedrijven en is trots op zijn bijdrage aan de gemeenschappen waarin de groep actief is en zijn voortdurende inspanningen om de milieu-impact te beperken.

global.epson.com/

Artikelinformatie

PUBLICATIEDATUM

Author

Auteursprofiel

Hans Dummer

The world of projection has changed dramatically over the years and I’m proud to head up Epson’s European projector business – the number one projector manufacturer for the last 11 years. I’ve been working at Epson for almost two decades and will be sharing my thoughts on how projectors can benefit your business, whether you’re a teacher, accountant, doctor or retailer, you’ll be surprised how the technology can add value to your company.